Referentie leergang Gebiedsregisseur - Jelle van Abeelen

We evalueren de leergang Gebiedsregisseur met Jelle van Abeelen. Hij gaf aan dat hij nog niet de regisseur is die hij zou willen zijn. Daarop kreeg hij tijdens de eindpresentatie van zijn docenten terug dat ze heel benieuwd waren naar hoe die eruit zou zien, ze zagen hem namelijk wel al staan. Een heel mooi compliment! Hij beoordeelt deze leergang met een 8. We zijn nieuwsgierig! Waarom is hij deze leergang gaan volgen, welke docenten hebben hem het meest gebracht en wat heeft de opleiding hem opgeleverd?

Waarom heb je gekozen voor de leergang Gebiedsregisseur?

Op aanraden van een collega en na een incompany van Sylvia Janssen Berghoef ben ik deze leergang gaan volgen. Ik wilde meer kennis vergaren over wat de gemeente doet; wat voor invloed heeft de publieke kleur van de gemeente; waar moet je zijn om dingen voor elkaar te krijgen; hoe zit het met de termijn van vier jaar en wanneer is het slim om in te steken en wanneer niet? We merken dat we hier in de uitvoering wel eens tegenaan lopen, en ik zie dat we hier ons voordeel mee kunnen doen als we weten bij wie we moeten zijn.

“Hoe bouw je een stevig netwerk op en bij wie van welke organisatie moet je zijn om het gezamenlijke doel te kunnen realiseren?”

– Jelle van Abeelen, wijkconsulent Breda bij Alwel

Welke docent is je het meest bijgebleven?

Ik had een goede klik met Sylvia Jansen Berghoef, zij kon echt heel geanimeerd vertellen. Niet alleen omdat zijzelf in de gemeentewereld werkzaam is maar ook in de woningcorporatiewereld, zij kan dat heel beeldend vertellen. Dit geldt ook voor Jennefer Verbeek (docent Social design). We hebben leuke oefeningen met haar gedaan die ons echt meenamen in de denkwijze van Social design en netwerken.

“Je realiseert je daarbij echt wat er voor beweging nodig is om iedereen op één lijn te krijgen.”

Wat heeft de opleiding jou opgeleverd?

Wat ik vooral meeneem is insteken op de netwerken in de verschillende organisaties waar ik mee samenwerk vanuit mijn functie. Hierbij wil ik goed tegen het licht houden of ik op de juiste afdeling ben beland of niet.

Dit sluit aan bij het project waar ik mijn praktijkopdracht voor heb gedaan. Daar zijn we aan het kijken welke stakeholders we nodig hebben om ons doel te kunnen behalen. Welke partijen kunnen daar een bijdrage aan leveren om het plan en de uitvoering daarvan nog verder te brengen. Partijen zijn gemeente, stakeholders en bewoners en in dit project zit alles wat we in de opleiding hebben gehad.

Je haalt de dingen uit de opleiding die bij dat project passen. Bijvoorbeeld met betrekking tot Social design; je hebt verschillende methodes om zaken in kaart te brengen. Veel van deze methodes zijn gestoeld op vragenlijsten. Maar wat is er mooier dan het gesprek met bewoners te gaan voeren. Het kost tijd, maar daar haal je veel meer mee op dan met een korte vragenlijst.

Het leukst aan mijn functie is…

Ik word enthousiast van het enthousiasmeren van mensen. Van het betrekken van mensen bij de uitvoering en dat je de regie kunt voeren. Dit kwam ook terug in de presentatie van mijn praktijkopdracht. Ik vind dat ik nog niet de regisseur ben die ik zou willen zijn. Daarop kreeg ik van mijn docenten terug dat ze heel benieuwd waren naar hoe die eruit zou zien, ze zagen hem namelijk wel al staan. Een heel mooi compliment!

Een dag of twee later zat ik in een overleg met een aantal netwerkpartners en daar werd van alles geroepen. Dan kun je je regisserende vaardigheden inzetten, daar krijg ik energie van. Als mensen daar dan ook nog naar luisteren en zich aan conformeren wordt het helemaal interessant.

“Je moet je goed bewust zijn van welke positie je inneemt, wat het doel is dat je voor ogen hebt, hoe je daar mee om wilt gaan en wat je wilt bereiken. Dit maakt het een heel uitdagend werkveld.”

Heb je nog tips voor aankomende cursisten?

De belangrijkste tip die ik heb is dat je heel snel een doorkijk moet maken naar wat je wilt gaan doen. Je moet niet wachten tot je alle afzonderlijke dagen hebt gevolgd. Kijk van tevoren in je leeromgeving; waar hebben we het nu over; waar moet de praktijkopdracht aan voldoen; wat zou hierbij passen?

“Stel jezelf de vraag: welke dingen zou ik vanuit mijn eigen werkveld en eigen interesses kunnen inzetten en welke modules passen daar het beste bij?”