De vraag is: hoe beoordeel je een ernstig gebrek zoals scheurvorming (constructief) in een buitenwand?
Scheurvorming in een metselwerkgevel volgens NEN 2767 zal meestal niet tot een slechte conditie leiden. Dit komt doordat de omvang van de scheurvorming vaak zeer beperkt is. NEN 2767 regelt nog niet hoe deze omvang moet worden bepaald. Over het algemeen gaan we uit van het te herstellen oppervlak bij aanpak van de scheurvorming. Bij meerdere scheuren (foto 1) zal dit leiden tot een slechte conditiewaarde en een advies tot vervanging (een groot deel van) van de gevel.
Bij een enkele constructieve scheur schiet de conditiebepaling tekort. Aangeraden wordt altijd de facultatieve bijlage D van NEN 2767 te laten toepassen. De inspecteur geeft dan aan wat de gevolgen van het niet oplossen van het geconstateerde gebrek (in dit geval de scheurvorming) kunnen zijn. Indien sprake is van veiligheid of kans op ernstige vervolgschade kan dan herstel op korte termijn worden geadviseerd. Samen met de opdrachtgever wordt bepaald welke gebreken herstel behoeven. Bijvoorbeeld ingrepen bij conditie slechter dan een 3 en gebreken die een risico opleveren voor veiligheid/gezondheid, vervolgschade en een sterk risico voor het gebruiksproces.
Een deskundig inspecteur zal bij inschatting van zeer ernstige gevolgen nader specialistisch onderzoek met een meer uitgebreide risicoanalyse voorstellen. In de nieuwe NEN 2767, die binnenkort beschikbaar zal zijn, is de aanvullende gebrekeninformatie voor prioriteitsstelling en kwantificeren van risico’s volgens bijlage D verder uitgewerkt.